Mono-bermgras
vergisting

Jaarlijks leveren maaiwerkzaamheden in wegbermen en natuurgebieden tussen de 300.000 en 450.000 ton gras op. Deze gebieden zijn veelal in eigendom van gemeenten, provincies, Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer, natuurbeheerders waterschappen. Het maaisel wordt gezien als rest- of afvalproduct en vooral gecomposteerd. Bij compostering komt (biogene) CO2, waterstof en methaan vrij. Het maaien en composteren heeft daarmee een negatief effect op het klimaat. Er wordt daarom al jaren gezocht naar een hoogwaardige oplossing voor de verwerking van bermmaaisel. Een duurzaam alternatief is vergisting van gras tot biogas. 

Het doel van dit project is meervoudig gebruik van het gras; de grasreststromen vergisten tot groen gas en biogene CO2, en van het digestaat hoogwaardige veenvervanger voor potgrond en vloeibare kunstmest produceren. Voor deze installatie zal 30.000 ton berm- en natuurmaaisel van Friese wegen en natuurgebieden vergist worden. De leveranciers van het gras zijn Rijkswaterstaat, de provincie Fryslân, en diverse Friese gemeenten.

 

MEERVOUDIG GEBRUIK VAN GRAS

Groen gas

Zo kan met 30.000 ton gras ruim 2 miljoen kuub groen gas gemaakt worden, het gasverbruik van ongeveer 2.000 huishoudens. De leveranciers van bermmaaisel krijgen eerste toegang tot Garanties van Oorsprong (GvO), waarmee zij hun eigen energieverbruik kunnen verduurzamen. Hiermee wordt ook voldaan aan de (in het coalitieakkoord voorgestelde) bijmengverplichting van 20% groengas in het aardgasnet. Dit lokale groen gas voldoet aan het Friese zelflevermodel. Gas uit bermmaaisel geeft een hoge mate van prijszekerheid en leveringszekerheid. Het is daarom een goed alternatief voor contracten met buitenlandse gasleveranciers.

Duurzame potgrond

Zo kan met 30.000 ton gras ruim 2 miljoen kuub groen gas gemaakt worden, het gasverbruik van ongeveer 2.000 huishoudens. De leveranciers van bermmaaisel krijgen eerste toegang tot Garanties van Oorsprong (GvO), waarmee zij hun eigen energieverbruik kunnen verduurzamen. Hiermee wordt ook voldaan aan de (in het coalitieakkoord voorgestelde) bijmengverplichting van 20% groengas in het aardgasnet. Dit lokale groen gas voldoet aan het Friese zelflevermodel. Gas uit bermmaaisel geeft een hoge mate van prijszekerheid en leveringszekerheid. Het is daarom een goed alternatief voor contracten met buitenlandse gasleveranciers.

Impact

Het verwerken van 30.000 ton bermmaaisel door middel van monovergisting resulteert in het produceren van:

  • 2.250.000 ton groen gas
  • 25.000 m3 duurzame potgrond
  • 2.700.000 kg vloeibare bio-CO2
  • 175.000 kg kunstmest
 

DUURZAAMHEID

In opdracht van de provincie Fryslân voerde D4 in samenwerking met Ekwadraat, Bioclear Earth en Ecoras een emissiestudie uit. Deze analyse bepaalt de broeikasgasuitstoot van mono-bermgrasvergisting. Hierbij wordt de hele keten bekeken, van maaien en verzamelen tot toepassing van het eindproduct, in een periode van 15 jaar.

Het model gaat uit van een situatie waarin het gras gemaaid en verzameld wordt. Daarnaast is de aanname dat er drie stappen zijn die emissie veroorzaken/vermijden:

 
  1. Aanwending: Transport, inname van het bermmaaisel en overslag/inkuilen
  2. Verwerking van het bermmaaisel tot een nieuw eindproduct
  3. Toepassing van het eindproduct:
    a)       Emissies in gebruiks-/toepassingsfase
    b)      Vermeden uitstoot in vergelijking tot fossiele producten
    c)       End-of-life

 

Milieuadviseur CE Delft heeft in opdracht van de provincie Friesland de opdracht gekregen om het afwegingskader van verschillende verwerkingsroutes van bermmaaisel te vergelijken. CE Delft concludeert: “Samengevat kunnen we stellen dat de emissiestudie, die het consortium Ekwadraat, Bioclear Earth en Ecoras heeft uitgevoerd voor de Provincie Fryslân, gedegen is uitgevoerd en valide is. De resulterende effecten van mono-bermgrasvergisting op netto broeikasgasuitstoot is betrouwbaar.”

Het project voorkomt de uitstoot van 11.000 ton CO2-eq per jaar door het creëren van vier producten die conventioneel (met behulp) van fossiele stoffen worden gemaakt.

GRASLEVERANCIERS

Rekenvoorbeeld voor grasleveranciers

  • De provincie Fryslân beschikt over 10.000 ton bermgras.
  • Uit 10.000 ton bermgras maken wij ongeveer:
    > 850.000 Nm³ groengas
    Dat is het gasgebruik van ongeveer 700 huishoudens
    > 500 ton biogene CO2
    > 7.000 m³ veenvervanger
    > 560 ton vloeibaar kunstmest
  • De totale CO2 besparing is 3.650 ton CO2
  • Ter vergelijking, de CO2 voetafdruk van compostering is 600 ton CO2
 

PARTNERS

HoSt

 

HoSt is in 1991 ontstaan uit een samenwerkingsverband tussen Holec Projects en Stork, twee gevestigde leveranciers van energiesystemen.

Vanaf 1999 is HoSt een volledig zelfstandig bedrijf waarvan de activiteiten 100% gericht zijn op de technologische ontwikkeling van waste-to-energy systemen voor de verwerking van biomassa en afvalstromen en de levering van systemen voor de duurzame opwekking van energie uit biomassa en afval. HoSt heeft ruime ervaring opgebouwd in het verwerken van diverse afvalstromen uit de voedselverwerkende industrie en bijproducten uit de landbouw.

HoSt is uitgegroeid tot een wereldwijde organisatie met meer dan 200 ingenieurs, een groot serviceteam in heel Europa, meerdere kantoren in zowel de VS als Europa, een groot netwerk van verkoopvertegenwoordigers en partnerdistributeurs, en bio-energieprojecten over de hele wereld.

HoSt is in dit project verantwoordelijk voor het ontwerp van de installatie. HoSt zal het proces van gras tot gas vormgeven en is leidend tijdens de bouw van de vergistingsinstallatie. HoSt zal ook de exploitatie op zich nemen.

 

Kekkilä-BVB

 

Kekkilä-BVB is Europees marktleider in de professionele tuinbouw. Kekkilä-BVB biedt producten en diensten aan de professionele markt, consumenten en hoveniers. Kekkilä-BVB is wereldwijd actief, in meer dan 100 landen. Samen met haar klanten werkt Kekkilä-BVB aan een betere toekomst. Kekkilä-BVB is een onderdeel van de Finse Neova Group 

Kekkilä-BVB neemt het procesontwerp van de duurzame potgrond op zich. Zij zorgen er voor dat de duurzame potgrond voldoet aan de standaarden die gesteld zijn in verschillende (inter)nationale certificaten en richtlijnen. Ook helpt Kekkilä-BVB om de duurzame potgrond op te werken tot een product dat geschikt is voor de tuinbouw.

 

ENERGIECAMPUS LEEUWARDEN

Op de Energiecampus werken bedrijven, kennisinstellingen, de overheid en start-ups aan de energietransitie. Het is een plek om te werken, recreëren en experimenteren. Door de combinatie van ambitieuze bedrijven, kennisinstellingen, startups en de overheid ontstaat er een plek waar alle kennis op het gebied van duurzame energie samenkomt. D4, Ekwadraat en Koninklijke Oosterhof Holman zijn de drijvende kracht achter de ontwikkeling en het beheer van het Energie Kenniscentrum Leeuwarden.

Het Energie Kenniscentrum Leeuwarden is bovenop de voormalige vuilstort Schenkenschans gebouwd. Het kantoor is circulair en gasloos. Biobased materialen zoals FSC-gecertificeerd hout vormen het hart van het gebouw. Het interieur is zoveel mogelijk recycled en refurbished. We hergebruikten een oude gymzaalvloer als akoestisch materiaal, PET flessen voor meubels en bamboe voor een duurzame vloer.

Om de duurzame ambities extra kracht bij te zetten wordt het omringende gebied gevuld met een ruim opgezette, recreatieve en waterrijke groene zone. Zo heeft de energiecampus Leeuwarden een groen aanzicht en stimuleert het de circulaire ambities nog verder.

 

LIFE-subsidie

Het consortium D4, HoSt en Kekkilä-BVB heeft in september 2022 een Europese LIFE-subsidie toegekend gekregen van € 2.261.231. LIFE is een Europees subsidieprogramma dat bijdraagt aan het realiseren van het Europese milieu-, energie- en klimaatbeleid, zoals de Europese Green Deal.  In 2021 heeft LIFE EU-breed 327 miljoen euro subsidie toegewezen. Hiervan is een kleine 2 procent naar 13 projecten met Nederlandse deelname gegaan.  De subsidie dekt een deel van de ontwikkelkosten en de bouw van de vergistingsinstallatie.

Co-funded by the European Union. Views and opinions expressed are however those of the author(s) only and do not necessarily reflect those of the European Union or CINEA. Neither the European Union nor the granting authority can be held responsible for them.